Als je muziek noteert voor trompet zijn er wat instrument-specifieke dingen waar je rekening mee moet houden.
Net als tuba, cornet, tenorsaxofoon en klarinet is een trompet (doorgaans) een transponerend instrument; de noot die geschreven wordt is verschillend van wat er klinkt. Een trompetist die gevraagd wordt een C te spelen zal een Bes ten gehore brengen. Ofwel, een trompet speelt een noot lager dan wat er staat. In een harmonie of fanfare waar de meeste instrumenten hetzelfde doen is dat niet zo'n probleem. Als je met een kerkorgel wilt samenspelen zul je of de trompetpartij moeten aanpassen (hele toon omhoog) of de orgelpartij (hele toon omlaag).
Een bestaande (klinkende) partij zet je in een handeling om naar trompet door met transpositie C-naar-Bes-partij.
In een partijoverzicht met kinkende partijen zul je een trompetpartij met transpositie -2 terug zien; twee halve tonen lager dan wat genoteerd staat.
Je kunt vingerzettingstekens gebruiken om aan te geven welke ventielen gebruikt moeten worden
In het trillermenu zijn de ventielgrepen als 'vingerzetting' beschikbaar.
Bij afspelen van muziek wil je liefst ook ook trompet horen. Selekteer in in het partijoverzicht de trompetpartij en kies als instrument een trompet.
Zie ook: